Familie in het Sarnámi
Familie is de kern van wie we zijn. Het zijn de mensen die je grootbrengen, die je plagen, beschermen, en met wie je de mooiste herinneringen deelt. In de Sarnámi taal hebben we voor bijna elk familielid een eigen, liefdevolle benaming. Niet zomaar “oom” of “tante”, maar Mámá, Phuwá, Káká, Káki– woorden die warmte en verbondenheid uitstralen.
Deze familiestamboom helpt je om die bijzondere termen te leren en te herkennen. Of je nu je kinderen wilt uitleggen wie hun Mámi is, of je buurvrouw wilt vertellen over je Bhái en Bhoujii – met deze afbeelding heb je altijd een handig overzicht bij de hand.
Let op: Sommige personen in de afbeelding hebben twee benamingen. Dat komt doordat hindoes en moslims soms net een ander woord gebruiken voor dezelfde familierelatie – zoals Káká / Cácá of Mausi / Khálá. Dat laat juist zien hoe rijk en veelzijdig de Sarnámi taal is.
En zeg nou zelf: hoe mooi is het dat een taal zoveel liefde en nuance kan vangen in één woord?